Voert u honden of katten uit het buitenland in? En plaatst u deze bij mensen die in Nederland wonen? Dan gelden voor ude regels die ook gelden voor handelaren. Deze en andere regels vindt u op deze webpagina.
Wanneer gelden de regels voor handelaren?
De regels voor handelaren gelden als:
- dieren voor eigendomsoverdracht bestemd zijn;
- u met meer dan 5 honden of katten reist;
- de eigenaar meer dan 5 dagen voor of na het dier reist.
Er zijn algemene regels. Bovendien zijn er ook nog aanvullende regels die gelden voor invoer van honden en kattenuit een EU-land of uit een land buiten de EU.
Algemene regels
Een stichting moet een sluitend inslagregister en uitslagregister bijhouden waarin de aanvoer en de afvoer naar de uiteindelijke bestemming van de dieren aangetoond kan worden (artikel 15, Officiële controle verordening (EU) 2017/625). Deze gegevens moet u minimaal 3 jaar bewaren.
Een hond of kat die uit het buitenland komt, moet al gechipt zijn voordat het dier de grens over gaat. Zonder chip mag u het dier niet importeren. Ook moet de chip al geplaatst zijn voor de rabiësvaccinatie gegeven wordt, anders is deze vaccinatie niet geldig. Meer informatie vindt u op de website chipjedier.nl
Bij import in Nederland moet een hond of kat altijd een geldige rabiësvaccinatie hebben gehad in het land van herkomst. Of een rabiësvaccinatie geldig is, hangt af van de entstof en de bijsluiter. Deze inenting kan pas vanaf 12 weken worden gegeven. Een 1e rabiësvaccinatie is pas geldig na een wachttermijn van 21 dagen. Dit betekent dat u het dier op een minimale leeftijd van 15 weken van de ene lidstaat naar het andere mag brengen. Deze regels gelden voor commercieel én niet-commercieel verkeer van honden, katten en fretten, en ook als u minder dan 5 dieren vervoert. Wanneer een dier geen geldige rabiësvaccinatie heeft, brengt dat risico’s met zich mee. Lees meer over de ziekte rabiës.
Bij import uit een lidstaat of land buiten de EU (derde land) moet het dier altijd vergezeld gaan van een voorgeschreven model gezondheidscertificaat voor commercieel verkeer (handel).
Individuele gezondheidscertificaten wanneer de dieren direct naar verschillende bestemmingsadressen gaan
Bij geïmporteerde honden of katten is voor elk bestemmingsadres een apart gezondheidscertificaat nodig.
Bijvoorbeeld: 10 honden worden getransporteerd vanaf vliegveld Schiphol naar 5 verschillende opvangadressen, hier zijn dan 5 originele gezondheidscertificaten bij aanwezig.
Geen individueel gezondheidscertificaat wanneer de Stichting een tussenstop is
Dieren die vanuit het buitenland eerst naar een handelaar of stichting in Nederland gaan en vanaf daar naar een eigenaar of adoptant in Nederland gaan, hebben geen individueel gezondheidscertificaat nodig. Er is wel een gezondheidscertificaat nodig voor de hele zending tot ze op het adres van de handelaar of stichting zijn aangekomen.
Wanneer dieren op Schiphol, na de controle op een aangewezen inspectiepost in het geval van import uit een derde land (dit kan dus niet via de aankomsthal), worden overgedragen aan een stichting/handelaar, dan moet er een gezondheidscertificaat bijzitten met het adres van deze stichting/handelaar.
Voor commerciële transporten boven de 65 kilometer moet u een vergunning aanvragen; óók binnen Nederland. De transporteur vraagt de vergunning aan bij de NVWA. De geldigheidsduur van de vergunning is 5 jaar. Laat u dieren commercieel transporteren, dan is het verstandig om te controleren of de transporteur hiervoor de benodigde vergunning heeft. Deze vergunning is niet nodig als het gaat om privévervoer van een dier.
Als het transport langer dan 8 uur duurt, valt dit onder de categorie 'lang transport'. Voor 'lang transport' met levende dieren gelden speciale regels:
- Het voertuig moet gecertificeerd zijn. Dit kan bij de RDW. Bij controle moet de transporteur het originele certificaat van goedkeuring kunnen tonen.
- Het vervoer van honden moet voldoen aan Transportverordening (EG) Nr. 1/2005. Hierin staan de inrichtingseisen van het vervoermiddel en de vervoerder beschreven.
- Op een plaats van bestemming dient het dier gedurende ten minste 48 uur voor een eventueel volgend vertrek te verblijven (artikel 2s, transportverordening Vo (EG) 1/2005).
Aanvullende regels voor honden of katten uit een EU-lidstaat
Wanneer een stichting een hond of kat importeert uit een EU-lidstaat, moet het dier naast een TRACES-gezondheidscertificaat 4. ook een EU-paspoort hebben. Dit kan alleen een goedgekeurd Europees dierenpaspoort zijn. Alleen dierenartsen binnen de EU verkopen dit dierenpaspoort. Het paspoort wordt bij overdracht van het dier meegegeven zodat de nieuwe eigenaar de beschikking heeft over de gegevens die in het paspoort zijn opgenomen, zoals herkomst, chipnummer en vaccinaties.
Honden of katten die u importeert, moet u aanmelden in het handelscontrolesysteem TRACES. Het is een overkoepelend Europees netwerk van veterinaire gezondheid dat de import en export van handel in dieren en dierlijke producten registreert, certificeert en monitort. In principe regelt de exporterende partij de registratie in TRACES, maar een importerende stichting kan dit ook zelf regelen. De geadresseerde in het gezondheidscertificaat staat op naam van de stichting. Er geldt een verplichte bewaartermijn van 3 jaar voor dit certificaat.
TRACES maakt elektronisch en in alle officiële talen van de EU documenten aan.
TRACES bevat niet alleen herkomst en bestemming maar ook vervoerdersgegevens.
1 of meerdere honden of katten die via Nederland worden doorgevoerd naar een andere lidstaat, hebben vanuit het herkomstland een eigen gezondheidscertificaat nodig met de eindbestemming in die betreffende lidstaat.
Aanvullende regels voor honden of katten van buiten de EU (derde land)
De hond of kat moet op de eerste aangewezen grenscontrolepost (GCP) van binnenkomst in de EU gecontroleerd worden. In Nederland is de aangewezen inspectiepost alleen op Schiphol (KLM dierenhotel of Schiphol Animal Center). Er moet een vooraanmelding en een afspraak op het inspectiecentrum gemaakt worden. Dit kunt u niet zelf. Een pet shipper, het inspectiecentrum of de luchtvaartmaatschappij kunnen u hierbij helpen. Een pet shipper vindt u via de website www.ipata.org. Na de controle op het inspectiecentrum krijgt u een Gemeenschappelijk Gezondheidsdocument van Binnenkomst (GGB, in het Engels; CHED-A) mee met een door de bevoegde autoriteit (in Nederland de NVWA) gewaarmerkt kopie van het certificaat.
De wetgever maakt bij invoer van honden en katten uit landen buiten de EU onderscheid tussen landen met een hoog risico op rabiësen landen met een laag risico op rabiës. Zo moet een hond uit een land met hoog risico op rabiës minimaal 7 maanden oud zijn om de EU in te mogen.Voor deze landen is namelijk een bloedtest nodig met een wachttijd van 3 maanden na de bloedafname. De landen op de landenlijst van bijlage II van Verordening (EG) nr. 577/2013 zijn laag rabiësrisicolanden. Let erop dat Rusland en Belarus vanaf 16 september 2024 ook hoog-risicolanden worden.
De online tool Import Veterinair Online geeft informatie op specifieke situaties:
Stap 1: Selecteer als product ‘dierlijk’ en vervolgens ‘levend dier en levend product’ en als laatst ‘hond kat fret handel’ en bevestig.
Stap 2: Vul gegevens in en selecteer als gebruiksdoel ‘definitieve invoer van levende dieren en levende producten’ en ga verder.
Stap 3: Vul gegevens in.
Stap 4: U ziet of invoer mogelijk is met een link naar het vereiste certificaatmodel.
Stichtingen voor (zwerf)dieren vallen onder ‘commercieel verkeer’ en ‘handel’. Indien er sprake is van eigendomsoverdracht, valt dit altijd onder handel. Meer informatie over import vindt u op de pagina: honden en katten meenemen uit het buitenland en op reis met mijn huisdier.
Waar moet een Stichting aan voldoen wanneer het dier in Nederland is aangekomen?
De houder van de hond is verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging. Onder een houder van een hond of kat valt ook een tijdelijk opvangadres, zoals een adoptiegezin, of een gastgezin. Een houder is verplicht om het dier op zijn naam te registreren, ongeacht de periode dat het dier bij de houder is.
Een hond moet u binnen 2 weken na aankomst door een dierenarts laten aanmelden bij een daarvoor aangewezen portaal.
Heeft u een stichting die zwerfhonden importeert die geen eigenaar hebben? En is uw stichting houder of eigenaar van de honden? Dan moet u zich registreren met een uniek bedrijfsnummer (UBN) bij de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO). Bij RVO kunt u een UBN aanvragen.
Ook opvangadressen die als bedrijfsmatig worden gezien, moeten een UBN hebben.
Stichtingen die zelf dieren opvangen moeten een beheerder hebben met een vakbekwaamheidsbewijs. Ook opvangadressen die als bedrijfsmatig worden gezien, moeten een beheerder met een bewijs van vakbekwaamheid hebben.
De algemene huisvestingsregels staan in hoofdstuk 1 van het Besluit houders van dieren. De huisvestingsregels voor honden en katten staan in hoofdstuk 3 en in Nota van toelichting: paragraaf 5.5. laatste alinea). Exacte afmetingen waar de hokken aan moeten voldoen, staan in het oude Honden- en katten besluit uit 1999.
Sommige honden en katten die bij een stichting of een andere inrichting verblijven moeten in quarantaine:
- dieren waarvan de gezondheidsstatus onbekend is;
- dieren waarvan de vaccinatiestatus onbekend/onvolledig is. Dit staat in het Besluit houders van dieren, artikel 3.13. lid 2.a.
Honden die bij een stichting of opvangadres verblijven, moeten worden ingeënt tegen:
- Parvo
- Hondenziekte (ziekte van Carré)
- Hepatitis Contagiosia Canis (HCC)
Katten moeten worden ingeënt tegen:
- Panleucopenievirus
- Feline herpesvirus
- Calicivirus
De honden en katten moeten binnen 5 dagen worden geënt. In het geval van verkoop of aflevering, moeten de dieren uiterlijk 7 dagen vóór het moment van verkoop of aflevering worden ingeënt. Dit staat in de Regeling houders van dieren artikel 8.3 en artikel 8.4.
Wetgeving en regelgeving
De wetgever ziet stichtingen als handelsbedrijven die dieren afleveren. Daarom zijn stichtingen verplicht om te voldoen aan de eisen in de volgende wet- en regelgeving:
- Wet dieren
- Besluit houders van dieren
- Regeling houders van dieren
- Verordening (EG) 1/2005 (transportverordening)
- Verordening (EU) 2016/429 (diergezondheidsverordening)
- Verordening (EU) 2019/2035
- Verordening (EU) 2021/403
- Verordening (EU) 2021/404
- Verordening (EU) 2020/688
- Verordening (EU) 2020/692
- Verordening (EG) 576/2013 (uitvoeringsverordening)
- Verordening (EG) 577/2013
- Verordening (EU) 2017/625 (OCR)
Deel deze pagina
- Deel deze pagina op uw eigen account op Twitter
- Deel deze pagina op uw eigen account op Facebook
- Deel deze pagina op uw eigen account op LinkedIn